De JIT-landen beslisten op 5 juli 2017 dat het eventueel vervolgen en berechten van verdachten in en door Nederland en volgens het in Nederland geldende recht plaatsvindt.


Om dit mogelijk te maken sloten Nederland en Oekraïne twee dagen later een verdrag voor internationale juridische samenwerking.

Ook besloten de JIT-landen dat in geval van vervolging het Nederlandse Openbaar Ministerie de rechtszaak voorlegt aan de rechtbank Den Haag. De minister van Justitie en Veiligheid besliste dat de rechtszaak zou plaatsvinden in het Justitieel Complex Schiphol in Badhoevedorp. De locatie werd al aangewezen om het proces zo snel mogelijk te kunnen starten na de beslissing om de verdachten te vervolgen.